22 juli 20205, vertrek uit Den Helder

Na maanden van voorbereiding nemen we afscheid van havengenoten en de mensen van jachtwerf Willemsoord. Willemsoord is ons zeer goed bevallen en we hopen dat er plekje voor ons is als we terug komen. We vertrekken van Den Helder naar Loriënt. De eerste etappe van ons plan om de wereld om te zeilen.

Om 08.30 gaan we naar de Zeedoksluis. We modderen in de sluis omdat een stootwil midscheeps blijft haken en de boot hierdoor verdraait. Om 9.00 uur varen we de buitenhaven in en bedanken de sluis en verkeerscentrale Den Helder via de marifoon voor hun service afgelopen jaar. Dan gaan we naar buiten. We vertrekken.

De wind is west-zuidwest 14 knopen. We zeilen met vol grootzeil en de stagfok en maken lange bakboordslagen. De zon wordt begeleid door wat Cumulus wolken en het is mooi inzeilen zo. Af en toe maken we een stuurboordslagje om van de kust vrij te blijven. Omdat er meer wind in de avond en nacht wordt verwacht zetten we een eerste rif in het grootzeil.

Maasmond

Voor het donker, om 21.30 uur, komen we bij de Maasmond van Rotterdam. Het is druk en de verkeerscentrale wordt opgeroepen met de intentie over te steken. Ze vertellen ons achter welke boot we langs moeten varen.

Voorbij de Maasmond wordt het donker en Ester gaat naar bed. Ik heb voorgeslapen en doe de eerste nacht. Er komt meer wind en een tweede rif in het grootzeil wordt gezet. Deze nacht is het opkruisen in windkracht zes-zeven tussen de Belgische zandbanken. Het in- en uitreven is gemakkelijk door één persoon vanuit de kuip te doen en het gaat lekker. Ik word niet zeeziek.

23 juli, naar Calais

In de ochtend gaat het minder waaien en we zetten vol grootzeil met genua. Ester neemt de wacht en ik ga slapen, maar af en toe kijk ik stiekum hoe het gaat. Via wifi heb ik op mijn telefoon de plotters in beeld. Als ik om 14.00 uur weer aan dek kom is de wind geruimd. We zetten de G0 gennaker voor de genua en we gaan ruim 7 knopen. Dit gaat lekker. Later ruimt de wind wat in ons voordeel maar helaas neemt deze wel langzaam af.

19.30 uur zijn we bij de kaap van Calais en helaas waait het zo weinig dat we twee keer een uur lang de motor lichtjes bij zetten. We hebben de stroom hier gunstig. Ester doet de wacht en ik kruip in mijn kooi.

met G0 gennaker circa 80 m2 extra

24 juli, naar Cherbourg

Als ik 02.00 uur op sta is er weinig wind, maar bij zonsopkomst trekt het aan. Wanneer het TSS verkeersteltsel westelijk afbuigt en wij ook op kunnen loeven zeilt het fantastisch. In 16 knopen wind zeilen we bijna tien knopen, met 1,3 knoop stroom in ons voordeel. Als ik de hydrogenerator aanzet stoppen we 1 kilowatt in de batterijen. En dit geeft weinig snelheidsverlies. Dit zijn de ideale zeilomstandigheden, maar … zolang (kort) het duurt :).

Stroom opwekken met Oceanvolt hydrogenerator

De eerste dolfijnen

Om 13.00 uur is onze berekende gemiddelde snelheid vanaf Den Helder 5,8 knopen. De windstiltes plagen ons af en toe. 14.00 uur zien we de eerste dolfijnen tijdens onze tocht. Het is een grote soort en ze klappen met hun staart op het water. Het is nog 70 mijl tot aan de volgende kaap van Cherbourg.

Bilge inspecties

Ik inspecteer de bilges. In de salon is er één liter zoet, misschien een beetje brakkig water. Er loopt wat condenswater van de koelkast naar dit punt. In de lazarette aan bakboord is 2 liter zout water en dit komt volgens mij langs de roerstokpakking. Ik droog de bilges.

Soms zit het tegen

19.00 uur, 30 mijl voor Cherbourg, maken we weinig vooruitgang, want we kruisen op tegen een vette springtij-stroom. Maar in de avond, om 22.00 uur ruimt de wind 40 graden en dit is in ons voordeel. Het lijkt nu in één keer bezeild. We gaan ‘maar liefst’ met 3 knopen vaart over de grond tegen de stroom in.

Pilote automatique dysfonctionnements

Hmm, om 23.30 uur geeft de stuurautomaat het op. Met een reset krijg ik hem niet aan de praat. Dat wordt handsturen. We waren van plan Cherbourg voorbij te zeilen, maar besluiten nu deze, ons onbekende, haven toch maar in het donker aan te lopen.

Het stroomt flink voor de haveningang en we moeten zeker 30 graden van onze grondkoers af sturen om de juiste route te volgen. De juiste navigatielichten worden height, maar er ontbreekt een lichtsignaal op de aanloopton voor de eerste haveningang. We kijken afwisselend naar de plotter en naar de lichten. De contouren worden langzaam duidelijk.

Cherbourg heeft feitelijk drie haveningangen achter elkaar. Voorbij de eerste haveningang is de dwarsstroom beduidend minder. Omdat het donker is en de de stadslichten voor verwarring zorgen varen we heel langzaam, kijken goed en houden de juiste koers. Uiteindelijk liggen we om 03.15 aan de kade.

Er komen deze nacht nog meer jachten binnen. Het zijn wedstrijdjachten die aan de Fastnetrace gaan meedoen. We helpen een Pools schip naast ons aanleggen en gaan dan naar bed.

De volgende dag haalt Ester een bos zeewier van één van de roerbladen. Ook zit er een nylon lijn verwikkeld. Ik heb contact met de werf over de stuurautomaat. Op advies van Jean-Baptiste wordt een nieuwe roercalibratie gedaan en dan is het weer in orde.

25 juli, Alderney race

We tanken in de ochtend 24 liter diesel en vertrekken om 12.45 uur als het tij ten gunste van ons keert. Er is een zwakke wind als we de westelijke haveningang uitvaren en we moeten opkruisen. Eerst doen we dit met de motor en als er meer wind komt gaat die uit.

Omdat we stroom mee hebben, zijn onze opkruishoeken dit keer fantastisch goed. En de zee is zo lief voor ons. Man, het kan hier spoken.

Ideale weersomstandigheden at Cap de la Hague

Als we tussen het vaste land en Alderney zuidelijk gaan en de ‘Alderney Race‘ invaren hebben we geruime tijd een snelheid over de grond van 12 knopen. Het gaat hard en we varen zo lang mogelijk zuid in deze geul om te profiteren van de sterke stroom.

Bij het kanaaleiland Sark buigen we af naar het westen. Sark lijkt een mooi eiland met leuke ankerplekken . Een goede stop op de terugweg. Als het donker wordt gaat Ester slapen. We kruisen verder zuidwest op.

26 juli, Roscoff

De volgende dag om 18.00 uur liggen we voor anker bij Roscoff. De stroom is vanaf nu 6 uur tegen en we gaan daarom eten en slapen. Roscoff is een mooie stad, waar we al twee keer eerder zijn geweest.

Om 22.00 uur vertrekken we en Ester gaat te kooi. De wind is noord-noordwestelijk en het is opkruisen met lange bakboordslagen. De autopilot krijgt hetzelfde euvel en het wordt handsturen. We krijgen hem niet meer aan de praat.

Navigeren gaat goed met de plotter in de kuip. Het is fijn om een groot scherm te hebben. Overstag gaan met de genua voorlangs de stagfok gaat ook goed.

27 juli, hybride is toch wel handig

We hebben niet getankt in Roscoff en de wind verzwakt en wordt steeds ongunstiger. Het is vanacht motoren met een dikke stroom tegen, soms bijna vier knopen. We komen nauwelijks vooruit. Het is één dag na springtij.

Ester komt weer aan dek en ik blijf ook wacht houden omdat de stuurautomaat niet werkt. Onsplan om onderlangs Île de D’Ouessant langs te zeilen is niet meer uitvoerbaar omdat de wind minder wordt dan voorspeld. Stroom is hier de baas. We besluiten onze motorkoers te verleggen naar de kustroute Chanel du Four.

Het blijft goed uitkijken op deze route. Er liggen nogal wat ‘lelijke steentjes’ hier in en onder water. Het kanaal vlakbij heet Chenal de la Helle…

Ons principe van weinig motoren en diesel besparen valt op deze plek helemaal in het water. Als wij nu geen dieselgenerator hadden konden we terug gaan of pal noord zeilen en wachten tot het tij keert. Ik kijk op de kaart of er met deze windrichting ook veilige ankerplekken in de buurt zijn, maar die vind ik niet. Het is hier overal rotsbodem.

Dus, de dieselgenerator gaat aan en deze blijft aan. Onze Fisher Panda wekt 6 kW op en we letten erop dat ons verbruik niet hoger is. De batterijen houden we zo rond de 50%. Dit betekent het aftoeren van de elektrische saildrive tot het juiste vermogen.

Omdat we onze koers verlegd hebben is nu de windhoek wel goed, maar er is toch nog te weinig wind om te motorzeilen bij deze golfslag. De zeilen slaan dan te veel. Tegen de stroom opzeilen is al helemaal onmogelijk.

Camaret-sur-Mer

We motoren naar het mooie Camaret-sur-Mer, doen onderweg twee keer een niet geslaagde zeilpoging, en komen daar om 11.00 uur aan. De dieselgenerator heeft dan twaalf uur aan gestaan.

In de vissershaven vinden we een tankponton. Het is een smerige boel hier en er lekt contuinu diesel uit de lekbak in de haven. Genant is het. De pomp is zelfbediening. We tanken twee liter en dan stopt de pomp plotseling. Ik ben € 12,- kwijt. Wat is dit nou?

Als we vissers op de steiger vragen zeggen die een tankpas van hier te gebruiken. Eén van de mannen wijst naar een bouwval op het haventerrein. Het is van de pomphouder en onlangs is het afgebrand. En deze is nu failliet. Ah, nu snap ik waarom de diesel hier zo duur is.

Ester ontdekt een sensor voor contactloos betalen aan de voorzijde van de pomp en als ze hier de bankpas voor blijft houden kunnen we wel doorlopend tanken. Er gaat uiteindelijk vijftig liter in de tank. Zo halen we Loriënt wel. We willen nu echt in één keer doorvaren. Het is nog een kleine honderd mijl tot de eindbestemming van deze tocht.

Naar Pointe du Raz

Om 13.30 motoren we weer weg. Er is wederom weinig wind, maar we kunnen zeilen. Onder grootzeil en genua en met een weinig motor aan is de boot dusdanig stabiel op koers dat hij twintig minuten zonder correctie op koers blijft. Kijk, het gaat dus ook zonder stuurautomaat.

OK, ik smokkel wel een beetje, want het kleine wieleffect van de schroef is de sluitpost van mijn balans. Er is wel oceaandeining maar de zee is verder heel glad. Het zeilt mooi.

No autopilot, met losse handen

Om 17.00 uur zijn we bij het mooie en ruige Pointe du Raz op Cap Sizun. Hier stroomt het giga om de kaap. We moeten flink koerscompenseren. Er is minder dan 10 knopen wind en we motoren met enkel het grootzeil omhoog.

Voorbij de kaap gaan we zuidoostelijk richting Pointe de Penmarc’h. We zouden kunnen zeilen ware het niet dat de zee hier erg verward is. De motor blijft aan tot 22.30. Dan komt er iets meer wind en verdwijnt de Mér Haché, zoals de Fransen het noemen.

We zeilen onder grootzeil en G0 gennaker. Ester doet de eerste nachtwacht en ik de volgende. Het blijft met de hand sturen en we wisselen elkaar om de drie uren af.

28 juli, moe maar heerlijk zeilen

We kruisen af in de nacht en lange tijd zwemmen er dolfijnen mee rond de boot. Voordat Ester naar bed gaat krijg ik van haar een Muggi vol met lekkere snacks. Hmm.

In de baai van Concarneu zeil ik tussen Ile aux Moutons en Îles de Glénan door en het gaat zo fijn. We tikken de acht knopen aan en af en toe gaan we in plané. Ik ben moe maar geniet enorm.

Om de vermoeidheid tegen te gaan begin ik maar tegen de dolfijnen te praten en liedjes te zingen. En onzingesprekken met een fictief bemanningslid te voeren en het helpt. Ik dommel soms maar val niet in slaap. Het is fantastisch zeilweer.

Als Ester weer aan dek komt gaan we samen de dageraad tegemoet. We zien de vuurtorens van Ile de Croix en dan wordt het langzaam licht.

Maandagochtend 06.00 uur arriveren we in de Basse des Bretons onder Lorient, vallen af, strijken de gennaker en motorzeilen het westelijke kanaal in. Om 07.00 uur zijn we in de jachthaven Kernevel. We hebben de laatste anderhalve dag, op Camaret na, nonstop handgestuurd, zijn moe en willen graag slapen.

Ik stuur een Whatsapp bericht naar Jean-Baptiste van de JPK werf, dat we op de afgesproken plaats, dag en tijdstip aanwezig zijn. En jawel, J-B staat om 09.00 uur bij ons op ‘de stoep’ om naar de stuurautomaat te kijken. Slapen doen we in de middag.

Terugblik Den Helder naar Loriënt

We hebben 709 mijl gezeild in zes dagen, met stops in Cherbourg, Roscoff en Camaret sur Mer. Dat is een gemiddelde van 118 mijl per dag en bijna 5 knopen per uur.

De wind was vaak zwak en bijzonder wispelturig. Het was een tocht met veel zeilwisselingen.De lichte wind heeft ons meer geplaagd dan de harde wind.

De stuurautomaat raakte defect en dat was erg hinderlijk. Later, in Loriënt zijn diverse onderdelen vervangen onder garantie. We hebben deze regeltechnische componenten extra gekocht en als spare part aan boord.

Het handsturen was vermoeiend maar bij een juiste afwisseling wel te doen met dit lichte weer.Het was een mooie test.

We hebben getankt in Cherbourg: 24 liter, Camaret-sur-Mer: 50 liter en in Loriënt: 26 liter, dus 100 liter in totaal en zo’n 15 liter per dag verbruikt.

We hebben de hydrogenerator weinig gebruikt omdat de omstandigheden niet gunstig waren en er tijdsdruk was.

We kijken met veel plezier terug naar deze tocht.

Videocompilatie op Instagram

Read the previous post

Read the next blog

Geef een reactie

Waar zijn wij nu?

Zeilen

Geniet van de unieke zeilcapaciteiten van een licht verplaatsend jacht. Beleef de sensatie van een planerend jacht.

Ontspannen

Aan het eind van de dag, voor anker, aan een meerboei of in historische havens.

Ontdekken

Wandel langs adembenemende kusten.
Ontdek historische navigatieroutes.
Bezoek afgelegen eilanden.